De meest afgestompte baas in militaire dienst
Jij, de meest afgestompte baas in dienst…
Welkom bij de laatste aflevering van deze vierde journey!
Jij bent inmiddels een afgestompte baas geworden en dat is ook het thema van deze blog, oftewel, blog 6 van journey nummer 4. We zitten in de reis waarin je de opleiding gehaald hebt en militair bent geworden. Qua lichaam, mindset, gedrag en resultaten die je boekt ben je gewoon echt een totaal ander mens geworden.
De vraag die ik heb voor de mensen die dit proces en deze vier fases al hebben doorlopen: wie ben je geworden? Wat voor militair ben je? Wat voor reputatie heb je opgebouwd binnen je team? Ben jij inmiddels een afgestompte baas geworden? Daar gaan we het over hebben in deze nieuwe aflevering!
DE AFGESTOMPTE BAAS
Als je een tijdje bij een bepaalde eenheid hebt gezeten, ga je echt in het vakjargon praten. Wij noemden dat altijd 'een afgestompte baas'. Een afgestompte baas die het alleen nog maar over dienst kan hebben en bij wie het jargon maar uit zijn mond blijft vloeien.
Vooral: ‘oké, al, doorgaan, zo niet dan toch. We moeten ons voorbereiden, oké, ff preppen, consider it done.’ Er wordt alleen maar ‘dom geluld’ in die taal. Dat vond ik altijd erg vermakelijk. Die jargon maakt overigens ook dat het voor iedereen superduidelijk is wat er bedoeld wordt.
Misschien ken je zelf een paar afgestompte termen?
Zet ze vooral in de reacties en laat weten wat jouw favoriete afgestompte leus is. Toen ik in dienst zat, hadden wij een gozer die ’s ochtends tijdens het opstaan keihard ‘overal!!!’ schreeuwde, als een soort kukeleku. Iedereen schrok daar altijd van: kap daar eens mee, we zitten niet meer in opleiding. Dat was echt hilarisch.
Op een gegeven moment weet je hoe iedereen zich gedraagt. Het mooiste is eigenlijk dat jij jezelf in je loopbaan nog verder gaat verdiepen in die eenheid. Je doet ervaring op, waardoor je je loopbaan verbreedt. Soms ga je naar een andere eenheid of een ander vakgebied. Als je daar geplaatst wordt, kun je zien of jouw gedrag hier opvalt.
Ik moest hier altijd enorm om lachen, zeker toen ik als marinier en commando frequent bij andere krijgsmachtdelen werd geplaatst voor multidisciplinaire samenwerkingen. Ik werd bij een afdeling binnen de Marine geplaatst waarbij ik moest samenwerken met allerlei specialisaties van de marine, zoals de elektrotechnische en technische dienst, maar ook de logistieke dienst en onderzeedienst. Zeer interessant om te zien hoe anders je allen tegen allerlei zaken en militaire operaties aankijkt!
Later werd ik geplaatst bij een 'paars onderdeel', dat was afdeling binnen defensie waar alle krijgsmachtdelen vertegenwoordigd zijn, en waar ik mijn kennis kon delen vanuit de special forces, en waar ik met mijn achtergrondkennis als commando specifieke kennis kon delen aan mensen die anders gespecialiseerd waren, zoals in anti tank, mortieren, of de ground operators zijn die direct contact hebben met helikopters en vliegtuigen. Iedereen had zijn eigen vakkundige bijdrage.
Het mooie van geplaatst worden in zo'n afdeling, is dat je dan eigenlijk merkt dat je zelf best al een beetje afgestompt bent geraakt.
Ik merkte het zelf altijd door de fronsende wenkbrauwtjes van anderen: wat gebeurt hier?! Wat zegt 'ie nou weer? Wat is dat voor gozer?
Het mooie van zo'n eenheid vond ik altijd: als iets gezegd wordt, zeker door een overste of kolonel uit een hogere rang, dan voert iedereen dit bevel zonder twijfel uit. Er zit een hele politieke verklaring en onderbouwde argumentatie achter: dit gaan we doen, dit is de missie. Vandaaruit druppelt dan het militaire aanvalsplan, wat bijvoorbeeld uiteindelijk zo’n bataljonscommandant in de rang van een luitenant-kolonel voorschrijft. Iedereen zet zijn of haar schouders eronder en iedereen weet dat dit klopt. Gaan met die banaan. Uitvoeren mars*! (*afgestompte taal).
MISSCHIEN BESTAAT NIET
In mijn loopbaan had ik bepaalde loopbaangebieden waar ik accenten legde. Groen staat voor bepaalde mariniers of commando functies. Blauw staat voor marine functies, waarbij ik functies binnen de Marine zou vervullen. Paars staat voor de Krijgsmacht brede omgeving, zoals ik bijvoorbeeld gedaan heb bij de Nederlandse Defensie Academie om daar als hoofddocent militaire wetenschappen les te geven aan officieren vanuit alle krijgsmachtdelen, en les te geven in het militaire decision making model.
Mijn expertise lag bij het paarse onderdeel, om mensen te verbinden en beter samen te laten werken. Als je daar geplaatst wordt, merk je direct of je inmiddels een afgestompte baas bent geworden. Ik merkte dat toen ook binnen die andere krijgsmachtdelen. Ik was overal heel strikt, overzichtelijk en helder over en wilde mijn missies zo exact en precies als mogelijk delen met anderen.
De anderen in mijn werk omgeving waren gewend om iets meer diffuus en complex hun missies te hebben. Ik zei: oké, we gaan van complex, waarbij meerdere lagen met elkaar verstrengeld zijn, naar gecompliceerd. We trekken dit naar een bepaald niveau en zorgen ervoor dat het van chaos naar orde gaat. Wat is de gewenste eindstreep? Wat is het einddoel? Waar staan we nu? En hoe gaan we naar het gewenste eindpunt? Let’s go, uitvoeren, mars!
Zij antwoordden dan: we gaan even kijken hoe we daar naartoe gaan bewegen. Ik dacht: hoezo? We moeten toch een plan maken… waar heb je het over? Dan zeiden ze: ja, misschien komt er een gastspreker, misschien organiseren we een battlefield tour… Misschien, misschien, misschien...
In mijn wereld bestaat ‘misschien’ niet. Misschien is nee, dus het gaat niet gebeuren. Geen misschien. Luister, we willen een gastspreker, we gaan het regelen, okay wie willen we hebben? Oké, die gastspreker? We gaan hem bellen. Hoe laat kan hij komen? En dan was direct geregeld, binnen een uur. En dan hadden zekerheid gecreëerd. En bleven we niet handen in een 'misschien'.
Ik vond het volstrekt normaal om zo te werk te gaan, maar de mensen daar vonden dat toch redelijk afgestopt.
Aan de andere kant vond men dat ook wel mooi, en verwachtte men dat vanwege mijn achtergrond ook van mij. Een marinier is een doorpakker. Er zit een andere cultuur achter, een andere opleidingsachtergrond met een bepaald soort sense of urgency.
Dat vond ik heel mooi om te zien: wat zijn de manieren van andere krijgsmachtdelen om dit soort dingen bijvoorbeeld te regelen? Want ja, voor mij was dit mijn succesvolle manier om dingen gedaan te krijgen. Zo deed ik het al jaren. Zo wordt het aan iedereen om me heen aangeleerd en iedereen doet het zo. We halen ons succes door gewoon actiegericht te zijn en resultaatgericht door te pakken.
Nu zat ik in een wereld die wat zachter in de communicatie was en waarbij er met veel meer woorden gesproken werd, ook over wie actie zou ondernemen, dus ik moest daaraan wennen. Dit kwam ook doordat sommige mensen voor het eerst in zo’n management rol geplaatst waren om dingen aan te sturen en te regelen, terwijl zij geen expert zijn. Zij maakten een theoretisch plan dat ze zelf nog nooit hadden uitgevoerd, waarbij andere mensen dat moeten gaan uitvoeren. Dit was voor mij heel interessant, omdat ik dit voorheen niet kende.
'You lead from what you live', was het enige wat ik kende: Lead by example.
We draaiden in vergaderingen en meetings voortdurend om de hete brij heen, dus wie gaat die hete brij oppakken? Waar anderen voortdurend naast het vuurtje bleven staan, sprong ik voortdurend in het vuur om de hete kolen eruit te halen. Ik stootte mijn kop hier in het begin vele malen tegenaan om daarvan te leren en daarop te reflecteren: hoe kan ik dat de volgende keer verstandiger aanpakken? Als ik voortdurend de enige ben die in het vuur springt, is dat verstandig en handig? Of moet ik op zoek gaan naar een andere aanpak?
Voor mij is het altijd heel concreet: wat willen we bereiken, wie gaat wat doen, hoeveel tijd neemt een ieder voor zijn taak, wat heb je nodig en wanneer moet het klaar zijn? Sommige mensen zijn die directe vragen misschien niet gewend. Hun rol was om gewoon te faciliteren: zij hebben hard meegedacht om dat idee te genereren. Nu is het aan anderen om het idee uit te voeren en daarmee aan de slag te gaan. Op zo’n moment is het ideaal om van die operationele tijgers te hebben die gewoon zeggen: kom hier met dat plan en dan realiseren we het! Consider it done*! (*afgestompte taal)
Ik vond het altijd heerlijk om in die andere culturen te kijken. Hoe pakt men dat aan? Wat is mijn rol daarin? Ik werd ook echt gelukkig van het feit dat ik daar een bijdrage aan kon leveren: om die kartrekkers rol te pakken en niet bij mezelf te denken: waarom doet de rest niks? Dan komt het besef en kun je eroverheen kijken: zij hebben een andere achtergrond en komen uit andere krijgsmachtdelen. Ondanks dit, werken wij gezamenlijk aan ons gemeenschappelijke doel.
Dus, als jij als afgestompte baas ergens anders geplaatst wordt, check dan of anderen jouw woorden begrijpen. Ik merkte bijvoorbeeld dat er bij de Marine weer andere vaktermen gebruikt werden dan binnen de Landmacht. Gelukkig had ik die achtergrond ook, omdat ik geregeld met Nederlandse Commando Eenheden samengewerkte, waardoor ik de taal begreep, had leren levellen qua jargon, en daardoor de juiste verbindingen kon leggen.
AANPASSEN, AANPASSEN, AANPASSEN
Ik zal nooit vergeten dat ik op een gegeven moment binnen de Special Forces een uitzending had gedraaid en namens de Nederlandse Krijgsmacht werd ik gevraagd een briefing geven aan de hoogste Generaal van de Amerikaanse Joint Special Operations Command, General Stanley McChrystal: dat was een waanzinnige eer!
Om hierin te passen kreeg ik ook de Amerikaanse bevelsstructuur van de ‘command and control cyclus’ voorgeschoteld: dit is hoe we informatie willen ontvangen, dus zorg ervoor dat jij dat op die manier verteld. Zo krijgt de generaal continu op dezelfde manier en in dezelfde structuur alle informatie aangeboden, zodat hij dat goed kon verwerken en niet steeds moest wennen aan hoe iedereen zijn eigen verhaal vertelde. Ik maakte mij dat snel eigen, en had hier gelukkig eerder al cursussen en opleidingen in gevolgd, om dit vervolgens zonder problemen op die manier uit te voeren.
Vervolgens ging ik na terugkomst van die missie wat trainingen doen bij de Britse SBS en SAS. Ik zat in de commandant staf in de command cell, en met mijn eenheden werd ik toegevoegd aan die eenheid om samen te werken met andere Britse Special Forces eenheden. Hier moest ik me weer aanpassen aan hun briefings format!
Vervolgens gingen we voor een oefening naar Afrika. Daar zat ik als commandant in een Maritiem Battle Staff element en werd ik daaraan toegevoegd met mijn eenheden. Dat waren Kikvorsmannen, Mountain Leaders, Antiterreurbestrijders en daarbij werd ook een Nederlandse commando-eenheid geplaatst. Dat was super interessant. Ik wist dat er binnen de Nederlandse commando briefing structuur een eigen briefing format gebruikt werd. In principe is dat niet op de Amerikaanse of Engelse manier, maar weer echt op een eigen andere Nederlandse manier, zodat alle commando-eenheden in dit geval hun missies onder de Nederlandse vlag draaien.
Ik zat dus voortdurend middenin in de mix van deze wereld van wisselende en buitenlandse eenheden, dus voor mij was het aanpassen, aanpassen, aanpassen. Ik zat nu weer in een Britse Maritime Battle Staff, dus pakte ik mijn Britse briefings format erbij en begon ik de eenheden op die manier te brieven.
Ik kan me goed herinneren dat mijn buddy’s uit de commando-eenheid helemaal in de war waren. In de war is natuurlijk niet de juiste term, want een commando raakt daar niet van in de war, die past zich aan, maar dat was voor mij wel uitdagend. Ik wist dat de inhoud van de briefing uiteindelijk altijd hetzelfde is, maar dat alleen de volgorde van het vertellen van de inhoud anders is.
Het maakt uiteindelijk niet uit hoe het verhaal verteld wordt: alles komt aan de orde, alleen is de volgorde anders. Ik merkte ook dat er geen tijd was voor een aparte 2e briefing waarbij ik hen door die andere commando briefing structuur zou leiden. Als jij als eenheid tijdens een uitwisseling in een grotere internationale context met verschillende nationaliteiten geplaatst wordt, is het de kunst om te kunnen schakelen en te begrijpen wat het andere format is, zodat je daar je eigen geheel van maakt.
Het gaat er niet om wat je overkomt, maar hoe je ermee omgaat. Dat is onderdeel van wie je bent. Je kan best afgestompt zijn in je manier van doen, praten en gedrag, maar blijf jezelf wel aanpassen.
Toen ik op een gegeven moment militaire wetenschappen doseerde aan middenmanagement op officiers niveau, hadden officieren van de Landmacht had het altijd over ‘het land vermeesteren’. Vanuit het Korps Mariniers hadden wij aangeleerd gekregen om de vijand te 'overmeesteren'. Die Landmacht term was een nieuwe term voor mij. Voor mij was het altijd belangrijk om de vijand te overmeesteren omdat amfibische operaties uitgevoerd worden vanaf zee op land. Je kwam dan even op land om je doel uit te schakelen, te neutraliseren of iemand uit te nemen en daarna ging je weer achterwaarts het strand op om terug te trekken via zee. Bij de Landmacht lag de focus meer op het gebied. Die termen waren dus anders, dus voor mij ook weer een mooi leermoment en aanvulling op mijn eigen jargon.
Dus dat is eigenlijk waar ik het in deze aflevering over wilde hebben: in welke mate ben je op een gegeven moment afgestompt geraakt? Op welke manier stem jij jezelf nog bewust af op de nieuwe omgeving? Dit is ook leuk, want dit is eigenlijk stiekem een parallel naar één van de eerdere journey’s waarin je net begint met de opleiding en moet wennen aan het jargon.
Ik ben heel benieuwd of mensen dit verhaal herkennen! Als je deze fase zit en militair bent, herken je die afgestomptheid bij jezelf of bij jouw buddy’s? Ben je misschien zelf weleens bij een andere afdeling geplaatst? Hoe was dat voor jou? Vond je dat uitdagend? En is dit uiteindelijk ook een leermoment geweest voor je? Laat het vooral weten in de reacties!
Dat was het weer voor vandaag. Vond je deze blog leuk om te lezen? Laat het dan vooral even weten en lees ook mijn andere blogs op Defensiefit! Bedankt voor je aandacht en tot de volgende aflevering!
Klik hier om deze aflevering te bekijken op Youtube >>
Gr, Djack