Djack Littel, hoe werd ik militair?
Van harte welkom bij een nieuwe aflevering en weer een nieuwe journey! Vandaag neem ik je mee in mijn verhaal, want, wie ben ik nou eigenlijk?
Ik ben Djack Littel.
De Defensiefit blogreeks is al een eindje op gang en we hebben het in de afgelopen afleveringen gehad over 4 reizen: de reis van burger naar keuring, de reis van het halen van de keuring tot en met de start van de opleiding, de reis waarin we de opleiding starten tot en met het halen van de opleiding en tot slot de reis waarin je de opleiding hebt afgerond en militair bent geworden.
Inmiddels zijn we bij de laatste reeks van deze Podcast aanbelandt, reis 4+ zal ik het maar noemen en in deze blog neem ik je aan de hand van de fasen in de 4 journeys mee in mijn verhaal. Lees je mee?
EEN BROKEN BODY
Ik wilde niet van kleins af aan al in dienst, want zoals je misschien wel weet, had ik vroeger een broken body. Ik had zwakke enkels, knikkende knieën, knakkende polsen, bronchitis, astma, was allergisch voor wol en droeg een scheiding in mijn haren (toen had ik nog haar…). Ik studeerde gymnasium met klassieke talen namelijk Latijn en Grieks:
Ik was vanaf de buitenkant niet bepaalt het stereotype van iemand die marinier wil worden!
In mijn tienerjaren ging ik aan de slag met het repareren en sterker maken van mijn lichaam, zodat ik met mijn vriendjes kon voetballen. Als ik een bal moest schoppen, had ik daarna last van mijn enkel en als ik ver moest lopen, begonnen mijn longen te piepen: ging ik te ver door dan had ik zelfs een bloed smaak in mijn mond omdat die longblaasjes stuk waren. Ik bouwde een enorme drive op om aan mijzelf te werken, want ik wilde gewoon heel graag mee kunnen doen met de rest.
Als ik ging hardlopen of over een grasveld heenliep, verzwikte ik al snel mijn enkels. Ik dacht: hoe kan ik dat overwinnen? Ik begon met wandelen en ging iedere week meerdere keren joggen en hardlopen. In het begin was dat onprettig en ik moest daar echt doorheen. Sommige mensen denken weleens: ‘ja, Djack, voor jou is dat allemaal geen probleem. Jij doet dat gewoon even.’
Nou… ik zal je één ding vertellen:
'even' bestaat niet. Alles kost tijd.
Ik moest mentaal schakelen: ik ga hiervoor, om mijzelf lichamelijk te verbeteren, en ik ga het niet in één keer doen, maar in meerdere keren zodat ik vooruitgang kan boeken. In het begin had ik natuurlijk helse spierpijn. Mijn hele lichaam deed zeer als ik een paar trainingen had gedaan en daar moest ik gewoon doorheen.
Ik zei: ‘oké, vandaag is dit het geval. Ik ga gewoon trainen wat ik om die spierpijn heen wél kan trainen.’ Het was een kwestie van iedere dag werken aan mijn gezondheid en fitheid. Met die insteek ging ik eigenlijk van jonge tiener met een broken body naar één van de fitste jongens op de middelbare school. Het was voor mij ook heel interessant om die transitie door te maken.
Ik zat natuurlijk in een gymnasiumklas. Mijn klasgenoten en ik werden door anderen als nerds gezien. Uiteindelijk werd ik iedere dag groter, sterker en fitter. Daardoor lieten ze ons steeds meer met rust, dus dat was heel interessant om te zien. Als ik fit en sterk ben en dit uitstraal, gebeurt er geen gekkigheid en voorkom ik dat ik in de problemen kom.
Op een zeker moment had ik dus de verhalen van mijn vader en twee ooms gehoord, die oud-marinier en commando geweest waren. Iedere verjaardag hoorde ik de stoere verhalen over marsen in Schotland en skiën in Noorwegen en dat inspireerde mij wel. Ik had een mooi, hoog studieniveau, maar wat voor werk kon ik hier allemaal mee gaan doen?
Gaandeweg hoorde ik dat je dat mooie werk bij het Korps Mariniers kon doen en dat je daarnaast nog kon studeren om jezelf verder te ontwikkelen. Dat vond ik heel gaaf. Ik was inmiddels vrij fysiek bezig en was in principe elke dag aan het trainen, dus dat beviel me ook wel. Ik wist ook dat ik iedere dag aan het trainen zou zijn als ik voor zo'n baan als marinier of in dit geval officier der mariniers zou kiezen. Ik zou terechtkomen in een omgeving met mensen die vooruit willen, ambitieus zijn en waarop je kunt bouwen en vertrouwen. Dat vond ik een heel gaaf principe.
Natuurlijk was ik ook enthousiast over het feit dat ik veel van de wereld zou gaan zien tijdens oefeningen, trainingen en uitzendingen. Allerlei spannende dingen om mijn jongensboek mee te vullen. Ik vond het extra mooi omdat ik vanuit dat broken body verhaal kwam, waarbij ik fysiek gezien weinig kon. Ik heb mezelf in de loop der jaren zowel fysiek als mentaal steeds sterker gemaakt: ik trainde iedere dag en ging ondanks de helse spierpijn toch trainen.
Ik zette me iedere dag over die spierpijn heen: nieuwe dag, nieuwe kansen, pluk de dag.
Ik zorgde gewoon dat ik iedere dag weer naar de gym ging. Er waren ook altijd wel een paar mensen met wie ik mee mocht trainen. Ik was toen heel jong, echt een jonge tiener in de sportschool. Al die grote gasten zagen mij daar elke dag verschijnen: ‘dit is een blijvertje, die komt telkens terug. Nou, die had gisteren volgens mij wel een stevige workout maar hij staat hier toch maar weer mooi te trainen.’ Daardoor kreeg ik ook het gevoel: hey gast, blijf gewoon doorgaan en keep showing up.
Dat maakte uiteindelijk dat ik die stappen bleef nemen en begrijp me goed… dat ging niet vanzelf hè?
WAT ALS IK NIET TOEGELATEN WORD?
Uiteindelijk was het zover… ik mocht deelnemen aan de keuring van Defensie. Ik had kort daarvoor mijn ogen laten laseren. Als je een bril draagt kun je überhaupt geen marinier worden omdat je geen oogafwijking mag hebben. Ik was één van de eersten en volgens mij zelfs ook de jongste in Nederland die zijn ogen liet laseren. Ze zeiden dat ik beter een paar jaar kon wachten, maar ik had er keihard voor gewerkt en gespaard.
Uiteindelijk mocht ik deelnemen aan de selectie. Ik weet nog goed dat ik één oog gelaserd had en in één oog had ik nog een lens zitten. Ik wist dat ik straks moest gaan tijgeren door het zand, misschien zwemmen onder water… hoe gaat dat straks met één lens? Ik dacht: ik draag gewoon die lens en dan zie ik wel hoe dat gaat.
Ik neem een reserve bakje mee met de reserve lenzen en als mijn lens uit moet, dan gaat hij uit, prima. Ik had dus mijn andere oog net laten laseren en eigenlijk moet je dan een aantal dagen herstellen en rust nemen. Het advies was om eigenlijk lekker in bed te blijven liggen en af en toe een appeltje of banaantje te eten en ik lag daar op de keuring als een malle door de modder heen te tijgeren, en het zweet stond overal.
Dus ja, dat was een opoffering die ik graag wilde doen om dit te gaan halen.
Uiteindelijk ben ik door het hele proces heen gekomen en werd ik geselecteerd onder de voorwaarde dat ik wel mijn studie eerst moest halen. Sommige jongens hadden blijkbaar al eerder hun examen gedaan. Die wisten al dat ze dat examen gehaald hadden, dus die waren meteen geselecteerd en aangenomen. Je moet eerst je diploma opsturen en als hij helemaal in orde is, krijg je pas je plek, dus er was zelfs nog een beetje onzekerheid.
Ik dacht: shit, die middelbare school ga ik zeker weten halen maar misschien is iemand wel eerder klaar dan ik en krijgt diegene mijn plek. Strak kom ik op een wachtlijst… Ik schakelde snel en dacht: dit is gewoon mijn plan A. Als ik een plan B moet hebben, schrijf ik me gewoon in bij een bepaalde universiteit en ga ik een andere studie doen. Super simpel, maar ik ging er niet vanuit dat het ging gebeuren. Tot die tijd is het gewoon plan A en gaan met die banaan.
Uiteindelijk is dat plan gelukt, dus daar was ik super blij mee.
Toen de keuring eenmaal gehaald was, begon journey nummer twee, zoals we in deze podcast reeks hebben besproken, dat is het moment waarop ik de keuring gehaald had tot aan de start van de opleiding.
Er zaten nog een paar maanden tussen aangenomen zijn en de start van de opleiding, dus ja, toen was het feest vieren met mijn maten: einde school, schoolgala, feesten en partijen. Er waren natuurlijk overal feestjes. Iedereen zei: we hebben school gehaald, het is klaar, maar ik dacht: ik kan nu wel in al die feestjes duiken, maar ik wil mezelf nog steeds optimaal blijven voorbereiden op de start van die opleiding, want ik weet waar ik vandaan kom en als je dingen niet haalt dan houdt het snel op.
Uitvallen was geen optie.
Mijn vader was marinier en mijn twee ooms waren oud-marinier en commando geweest. Ik zal niet zeggen dat er een druk was, maar dat gaf wel een bepaald gevoel: ik ga daar niet heen om het te proberen, nee, ik ga het gewoon doen. Vervolgens dacht ik: oké, welke feestjes zijn voor mij belangrijk? Dat was natuurlijk het galafeest en de laatste vakantie met mijn vrienden, voordat iedereen zijn eigen dromen ging waarmaken.
Tijdens die laatste zomervakantie met mijn vrienden gebeurde er ook nog iets spannends: en zijn we in een vechtpartij beland… Ik had toen echt het besef van: wat als ik hier nou in de problemen raak en een strafblad krijg? We waren in Turkije, en daar was een Turk die het niet goed vond dat wij daar op dat strand aanwezig waren. Hij wilde ons een paar klappen gaan verkopen. Uiteindelijk komt hij bij mij terecht.
Die gozer geeft mij een kopstoot midden op mijn hoofd. Wat gebeurt hier dan?!
Ik blijf rechtop staan, niks aan de hand. Uit een automatische reactie gaf ik één of andere mega klap op die gozers’ kaak waardoor hij horizontaal in het zand omviel. Ik dacht: oh fuck, dit is niet best, dus we kozen eieren voor ons geld, wegwezen hier. Dit is gewoon niet de bedoeling en hier willen we niet in verzeild raken.
Maar ja, ik zat wel even in onzekerheid, holy shit, straks word ik hiervoor gearresteerd.
Ik zocht het niet op. Ik wilde wegblijven van de situatie en vervolgens overkomt zoiets mij dan. Hoe ga je daarmee om? Uiteindelijk is alles met een sisser afgelopen en hebben we prima van de vakantie kunnen genieten. Geen strafblad, geen gekke dingen, gewoon een opstootje op en het strand, prima.
In diezelfde vakantie heb ik ook nog de Nijmeegse Vierdaagse gelopen en netjes een medaille gehaald. Ik deed er gewoon alles aan om mezelf optimaal voor te bereiden op die opleiding en die Nijmeegse Vierdaagse was goed voor de fysieke getraindheid van de beentjes.
BOMMEN, GRANATEN EN DE BOEL STUK MAKEN
In de afgelopen afleveringen hebben we het natuurlijk ook gehad over afscheid nemen: wat moet je loslaten of opruimen? Een militair jargon wat ik later leerde was: hoe lever ik mijn zaaltje op? Hoe laat ik mijn slaapkamer achter bij mijn ouders? Als achttienjarige woonde ik nog bij mijn ouders. Het plan was om in dienst te gaan, dus ik had geen behoefte om ergens anders een eigen huisvesting of kamer te gaan zoeken.
Dat was de fase om afscheid te nemen, dingen achter je te laten en jezelf klaar te maken voor een nieuw begin. Natuurlijk was ik over heel veel dingen onzeker. Toen de opleiding bijna van start ging, vond ik het echt superspannend: stel nou, het lukt toch niet? Die gedachtes had ik natuurlijk ook. Wat voor 'walk of shame' zal het zijn als ik het niet haal? Wat zou mij uit die opleiding kunnen drijven? Als het instructie kader zegt dat jij iets niet kan, word je eruit gezet omdat je de norm niet haalt.
Dus die onzekerheid, die twijfel, die was er bij mij natuurlijk ook.
Uiteindelijk startte de opleiding. Ik had aan de hand van mijn paklijst mijn tassen ingepakt en stapte met mijn volle tassen in de trein naar Den Helder. Mijn reis zou beginnen op het militaire internaat van de marine, het Koninklijk Instituut voor de Marine. Ik moest me hier melden voor een gezamenlijke introductie met alle marineofficieren van verschillende disciplines, dus het Korps Mariniers, maar ook de Vloot, de Administratie en de Technische dienst.
We kregen eerst een gezamenlijke vormingsperiode en daarna ging iedereen zijn of haar eigen specialisatie doen. Dat waren spannende tijden. Ik leerde nieuwe mensen kennen en merkte al snel dat ik een bepaald beeld had van hoe ik dingen wilde doen. We werden ingedeeld in bakken, dat zijn een soort teams waarin je samen zit. Per bak zaten mensen van het Korps Mariniers, de varende vloot, de administratie en de technische dienst. Die kwamen natuurlijk niet per se voor de fysieke activiteiten, dus waar ik zei: we gaan morgenochtend hardlopen, zeiden zij: nee, daar kom ik niet voor. Ik kom voor die technische studie. Daar merkte ik dus al dat iedereen anders in de wedstrijd zat. Dit was voor mij een super leerzame periode.
Tijdens de initiële opleiding leerden we over rangen en standen, militaire gebruiken, gedrag en operaties. Het was vooral de basis: hoe ziet je wapen eruit? Wat voor wapens zijn er? Hoe leer je schieten? Iedereen moest ook een basis cursus schieten volgen. Dat was super uitdagend. Voor mij was het een hele brede leerfase, want ik kwam eigenlijk voor bommen, granaten en de boel stuk maken als een soort dier. Dat was mijn mindset. Let’s go, rammen met die kast!
Eenmaal daar merkte ik hoe de vork in de steel zat. Er was ook veel kennis om te leren over de gewoontes en gebruiken binnen de Marine als krijgsmachtdeel. Daar kwam ik in eerste instantie niet per se voor, maar ik leerde dat dit onderdeel uitmaakte van wat ik moest weten als militair. Je moet jezelf soms motiveren voor bepaalde lessen die er gewoon bij horen. Hier heb ik heel veel van geleerd. Ook doorzetten als iets niet per se je interesse heeft, maar het hoort er nu eenmaal wel bij.
Als marinier in mijn bak was ik één van de fittere, want daar was ik ook voor geselecteerd. We moesten een ketting dragen op Texel. Er zaten ook dames bij die voor de functie als marineofficier opkwamen. Die waren niet zo fit als anderen, want die kwamen natuurlijk voor een hele andere tak van sport binnen de marine. Dus ja, kilometers lang met zo'n zware ketting lopen kan dan best pittig zijn. Het was onze rol om met de sterkeren van de groep de minder sterken te helpen en hen door die zware oefening mee te nemen.
Er was ook een oefening waarbij we munitiekisten van A naar B door de duinen heen moesten sjouwen. Iedereen pakte dan één munitiekist of met zijn tweeën één munitiekist. Ik dacht: ik ben hier om te knallen en te rammen, dus ik nam in elke hand een munitiekist van 25 kg en begon te lopen. Ik had een helm op die altijd al scheef voor mijn ogen zat, dus dat liep super oncomfortabel in die hitte.
Drie dagen daarna dacht ik: Jezus, wat heb ik een spierpijn in mijn schouders, hoe kan dat nou? Ineens ging er een lampje aan: oh ja, ik had natuurlijk met die munitiekisten van 25 kg per stuk vele kilometers door de duinen gerend. Dat was ook grappig om te zien: het zijn ongebruikelijke oefeningen die je moet doen, waar je ongebruikelijke spierpijn van kunt krijgen. Ik wist toen nog niet wat voor soort spierpijn ik van die oefening kon krijgen: maar nu had ik het meegemaakt en wist ik welke spieren ik gebruikte als ik urenlang met 50 kg rond moest lopen.
RATJE BAMBOE
Na deze introductie bij de Marine kwam ik in de mariniersopleiding. Hierin zaten alleen maar gasten met dezelfde keuring en selectie achter de kiezen zoals ik, iedereen zat dus op hetzelfde ingangsniveau. Dat was vallen en opstaan. In het begin wist je niks en aan het eind van de opleiding was je ratje bamboe en wist je in principe exact hoe de vork in de steel zat en hoe je om moest gaan met tegenslagen.
Vervolgens was de opleiding gehaald en startten we met de journey van militair zijn. Daar besefte ik me ook goed dat ik bij wijze van spreken niks wist en door zo'n mindset blijf ik altijd zoeken naar informatie. Luister naar de mensen om je heen, jouw leidinggevende, je baas, de compagnies commandant: wat kun je daarvan leren, van al die mensen?
Dat zijn mensen die al langer in dienst zitten, met meer ervaring dan jij, misschien al helemaal gespecialiseerd. Zij hebben missies, trainingen en specialisaties gedaan: hij is sniper, hij is al antiterreur specialist geweest, hij heeft al 3 missies gedraaid. Ik was nog totaal niet op dat niveau, dus ik kon daar weer van leren. Met behulp van al die ervaringen en kennis van de mensen om mij heen, kon ik daar een mooi pakket van maken.
Mijn eerste functie was troop commander, oftewel pelotonscommandant, op Curaçao. Ik viel met mijn neus in de boter bij een ervaren onderofficier die de toko al een tijdje zelf runde, door afwezigheid van een pelotonscommandant. Dit was een super leerzaam traject waarbij ik uiteindelijk militair werd. Eén van de dingen die voor mij altijd belangrijk waren was: als ik op mijn functie zat, deed ik naast het normale werk altijd nog een cursus of een opleiding om mezelf te verdiepen. Dat heeft me uiteindelijk heel veel gebracht en heel ver gebracht.
Tot zover! Ik hoop dat je weer veel uit deze blog hebt kunnen halen. Vond je deze blog leuk? Laat dat dan zeker even weten in de comments en lees ook mijn andere blogs en/of kijk de afleveringen op Youtube! Tot de volgende aflevering weer!
Klik hier om deze aflevering op Youtube te bekijken >>
Gr, Djack